Statuten

VAN IN SEC Reacties uitgeschakeld voor Statuten ,

XVe uitgave 2010

PREMISSE

Tijdens tien glanzen van leven, werk en ervaring, heeft de Europese Samenleving van Cultuur ruim de gelegenheid gehad om aan de proef de gedachte te zetten die het en de doelen inspireert die zijn bestaan rechtvaardigen.

Zijn geschiedenis, voorts, toont aan dat zij heeft geleefd, dat zij heeft gehandeld en dat zij zich op ten volle samenhangende wijze met haar eerste inspiratie, vanaf het hoge en sterke concept van de cultuur als oprichting van waarden en van de verantwoordelijkheid van de mannen van cultuur heeft ontwikkeld waar dat zij zich, met het oog op de toenadering, van het begrip en de vrede, in de glansen zoveel als in civitas maximaal, vooral in periodes crisis en overgang bevinden.

Door de eeuwen heen zich trapsgewijs heeft het toepassingsgebied van dergelijke verplichting uitgebreid, die de Maatschappij als „politiek van de cultuur“ heeft bepaald. Deze uitbreiding heeft voorgedaan zich door de analyse van de dominerende trends van de actualiteit te volgen die zij nooit aan gebrek heeft gehad om te ondernemen en om bij te werken.

Het kritische onderzoek naar het werk van de Maatschappij brengt het bewijs van zijn rechtvaardiging in de duur. Zal zich inspannen om de ruimte actief te vullen die de politiek van de cultuur in de politieke actie bezet zeker niet minder noodzakelijk tegenover de uitdagingen nabij XXIe eeuw zijn dan het het geval in de tweede helft van Twintigste was. Op het front van de fragmentatie, enerzijds, op het front van de globalisering, anderzijds, de interne dialoog en de transnationale dialoog, zoveel als de politiek van de cultuur, bekleden hetzelfde dringend karakter dan de EstOuest-dialoog aan de tijd van de koude oorlog – deze dialoog die de Maatschappij met hardnekkigheid heeft verdedigd en gehandhaafd. En ondanks de geboekte vooruitgang, blijft de bouw van Europa om, in een wereld vervullen waar de onderlinge afhankelijkheid solidariteit moet worden, in de geest van openheid en universaliteit die de Europese Samenleving van Cultuur ondersteunt.

Als dus specifieke doelstellingen niet meer dezelfde zijn, is het belang van de verantwoordelijkheid van de cultuur niet sinds de verre dagen veranderd waarin zich dit bewustzijn en deze overtuiging in de formele oprichtingsakte van deze Vennootschap belichaamden, terwijl de leden stichters – mannen van studies, beroepen en meest verschillende beleidsvoorstellen, schrijvers, artiesten, filosofen, religieus, wetenschappelijk, zoals ondertekenden Julien Benda, Thomas Mann, Henri Matisse, Benedetto Croce, Hans Urs von Balthasar, Patrick M.S. Blackett… de eerste uitgave van de aanwezigen – statuten (gestemd door het vormende Parlement op 31 mei 1950), die worden ingevoerd, door dit


PREAMBULE

De crisis van het Europa, reeds erg vroeger, is vandaag aan het punt verslechterd om de staat van economische, sociale en politieke ontbinding van ons werelddeel duidelijk te openbaren. Nochtans ondanks de profeten van onheil, moet men geenszins tot het onherstelbare verval van onze beschaving, zo ernstig besluiten geschaad dat zij is : het geweld zelfs van de strijd en het belang van de krachten in betrokken bewijzen integendeel dat Europa slechts een ziekte van groei doet. Maar de wanorde waar wij ons bevinden loopt het gevaar de renovatie van de Europese instantie te schaden. Het is voortaan noodzakelijk om een dieper bewustzijn van deze crisis en zijn betekenis te nemen, teneinde de krachten te veroorzaken bekwaam om het te overwinnen.

Dat zijn de termen waarin het Europese probleem gevormd moet worden. Wij moeten aan de vrijheid van de geestelijke uitwisseling tussen de mannen werken. Per het uur waar zolang van dialogen dreigen om onderbroken te worden, is deze gemeenschappelijke wil door haar zelfs een verplichting. Eveneens kunnen ons niet aanvaarden van te wijten onherstelbare breuk aan redenen van ideologie of politiek, ongeacht de ruwheid van het conflict. Het is aan de mannen van cultuur dat hij behoort om deze weigering uit te spreken, want zij zijn verantwoordelijken van de waarden waar zonder geen enkel echt sociaal leven voorstelbaar is.

De vruchten van deze cultuur kunnen onverschillig aan het voordeel of de schade van de maatschappij gebruikt worden. Het is dus noodzakelijk om het slechte gebruik te bestrijden dat de mannen afgeleid kunnen worden om aan de wil belangen en hartstochten ervan te doen, te vaak opgewekt en tegenwoordig ontketend door de instellingen en de leer. Deze taak, geen enkele man van cultuur zouden voortaan het kunnen afzonderlijk aanvaarden. De Europese Samenleving van Cultuur neemt zich dus als een vrije vereniging van mannen voor die, bewust van hun verantwoordelijkheid, hun inspanningen willen verbinden om aan hun actie het maximum instantie en doeltreffendheid te verlenen.

Ervan overtuigd dat de cultuur een particulier goed voor niemand zou kunnen vormen, willen de leden van de Europese Samenleving van Cultuur hun actie ten dienste van de mens zetten.

Het is in deze geest dat, zich met de administratieve steun van „Ente autonomo de Biënnale di Venezia“, de Europese Samenleving van Cultuur heeft gevormd (*)

(*) overwegende dat de wereldontwikkeling van de Europese Samenleving van Cultuur in kwestie de wettigheid van de kwalificatie van „Europees zou kunnen zetten“, heeft gewone VIIIe algemeen Parlement opportuun geacht om aan deze plaats formeel te verklaren dat zo’n kwalificatie, niet is goedgekeurd om een grens vast te stellen op de geografische expansie van de Maatschappij, maar om zijn lidmaatschap van de beschaving van universeel te betekenen, die zijn oorsprong en zijn grootste ontwikkeling in Europa heeft gehad.


I. DOELEN – TAKEN VAN DE MAATSCHAPPIJ

ARTIKEL 1. – De vermelde vereniging heeft de Europese Vennootschap van Cultuur ten doel, door een band van solidariteit en vriendschap, mannen van cultuur te verenigen. Ceuxci, bewust van hun plicht om in volle overeenkomst te handelen om de noodzakelijke voorwaarden aan de bewering van de cultuur als oprichting van waarden bestaansrecht van onze beschaving te beschermen en te verbeteren willen op deze wijze tot de oplossing van de crisissen in de wereld bijdragen. De dergelijke deelname van de cultuur als onderwerp aan de ontwikkeling van de geschiedenis vormt „de politiek van de cultuur“ die zij zich ertoe verbinden om te leiden en om door elk aangepast en efficiënt middel te bevorderen.

Hij vloeit voort van wat voorafgaat aan dat de Maatschappij geen winstgevend doel heeft.

KUNST. 2 – in overeenstemming met het vorige artikel, de Vennootschap :

a) debat, volgens de criteria en de prioriteiten besluiten aan elke zitting door het algemene Parlement (zie artikelen 8 en 10), van „de aanwezige voorwaarden voor de cultuur“, dat de trends en de feiten beter doet uitkomen, die een culturele en sociale weerslag hebben. Analyses worden, aan de draad van de gebeurtenissen, de dringendste doelstellingen van „de politiek van de cultuur“ losgemaakt waarvan er sprake aan de vorige kunst is ;

b) waarborgt de publicatie van het tijdschrift, volgens het programma „begrijpen“ opgesteld, dat in onderzoeken en onderzoeken over verschijnselen voorziet die de lopende geschiedenis, de conceptuele verdieping en de actualisering van de politiek van de cultuur, de informatie over de gebeurtenissen betreffende de Vennootschap en zijn leden kenmerken ; ertoe aangezet een opleidingsactiviteit, om voor zijn eigen rekening te verwezenlijken, of in samenwerking met andere openbare of particuliere instellingen die verenigbare doelstellingen hebben ;

c) kan initiatieven nemen en speciale sociale culturele manifestaties organiseren en met het oog op de verspreiding van zijn idealen, zijn overweging en zijn werk.

KUNST. 3 – de voertalen van de Maatschappij zijn het Frans en het Italiaan. Andere talen worden in de discussies en de publicaties toegelaten.


 II. ZETEL

KUNST. 4 – de wettelijke zetel van de Maatschappij bevindt zich in Venetië, in een ter beschikking gesteld flatgebouw van de Gemeente en gelegen aan Giudecca, 54 P. Alle organen van de Maatschappij er worden verbonden en er hebben gedomiciliëerd het internationale Secretariaat-generaal, het Opstellen, het Bestuur, de Archieven en de Bibliotheek.


III. LEDEN

KUNST. 5 – zijn de leden van de Europese Samenleving van Cultuur :

a) de personen die deel van de comités ter bevordering van zijn stichting hebben uitgemaakt ;

b) de mannen van cultuur van wie de kandidatuur door twee leden van de Uitvoerende raad werd gesteld en door dezelfde Raad toegegeven, is vastgesteld dat zij van de doelstellingen van de Maatschappij lid worden en ze willen bevorderen door hun eigen activiteit, in aan de initiatieven van deze en door op alle wijze samen te werken, bij de publieke opinie, de instantie te versterken die hem vereist om is om de actie uit te oefenen die zij zich voorneemt.

c) rechtspersonen, instellingen, particuliere zowel openbare vennootschappen als gepresenteerd door drie leden van de Uitvoerende raad en toegelaten door dezelfde Raad, van zekere rechtschapenheid en in staat hem een steun in de geest te brengen en volgens de doelen die het kenmerken. Deze instellingen zullen aanwezig in de persoon van hun wettelijke vertegenwoordiger of van een vertegenwoordiger ervan zijn en zullen over een stemming in de vergaderingen beschikken.

KUNST. 6 – de hoedanigheid van lid verliest zich :

a) per naar behoren gemotiveerd ontslag ;

b) door de uitsluiting voor ernstige fouten die door de Uitvoerende raad wordt uitgesproken.

KUNST. 7 – de geschikte toelatingsweigering en de uitsluiting zijn van verzoek voor de algemene Vergadering, die, in dit geval, de beslissing van de Uitvoerende raad slechts van het twee derde de aanwezige kiezers met meerderheid van stemmen kan wijzigen.


 IV. ORGANEN

A) De algemene Vergadering

KUNST. 8 – de algemene Vergadering is het soevereine orgaan van de Maatschappij, dat, volgens de kunst 2, de programma’s en de initiatieven ervan bepaalt die hem toelaten om zijn sociale doelen te bereiken.

KUNST. 9 – de algemene Vergadering komt in gewone zitting bijeen beide jaar. De goedkeuring van de voorbegroting en de balans wordt aan de leden afgevaardigd die in Italië wonen, die met het oog hierop elk jaar in vergadering worden bijeengeroepen. De algemene Vergadering kan in buitengewone zitting bijeengeroepen worden, ofwel op verzoek van een derde van de leden van de Vennootschap, ofwel op het initiatief van het Bureau.

KUNST. 10 – de algemene Vergadering bestudeert en keurt het verslag van de Voorzitter over de stand van de Maatschappij goed, neemt kennis van de verslagen die volgens de kunst 2a worden ingediend), die door de internationale Secretaris-generaal worden ingevoerd, en bespreekt erover.

KUNST. 11 – de vragen die aan de stemming van het Parlement zijn gebonden, moeten op de agenda (zie art.18) voorkomen. De stemming eenvoudige vinden met meerderheid van stemmen plaats, behalve in de gevallen die in de artikelen 7,14a worden bepaald, 14b van deze statuten.

KUNST. 12 – de algemene Vergadering kiest de Voorzitter van de Vennootschap, de eerste Vice-Voorzitter, zes Vice-Voorzitters, de internationale Secretaris-generaal, de verantwoordelijke Directeur voor het tijdschrift en tussen een minimum van eenenveertig begrijpen maximum van vijftig leden die, samen, de Uitvoerende raad oprichten. Zij heeft de faculteit om per toejuiching een Voorzitter van eer te benoemen.

KUNST. 12 BIS – Oosten eveneens Vice-Voorzitter, van recht en voor de duur van zijn last, Maire de Venise.

KUNST. 12 TER – de algemene Vergadering kiest vier leden die, met de Voorzitter van de Vennootschap die het voorzit, de Raad van commissarissen vormen.

KUNST. 12 QUATER – de algemene Vergadering kiest drie Registeraccountants en twee plaatsvervangende Controleurs.

KUNST. 13 – Alle mandaten gelden voor een periode van zes jaar en zijn hernieuwbaar. Betrekkingen die vacant binnen de Uitvoerende raad, van de Raad van commissarissen en onder de Registeraccountants zijn geworden, kunnen per coöptatie, onder voorbehoud van bevestiging door het volgende algemene Parlement begeven worden.

KUNST. 14 – in buitengewone zitting, beraadslaagt de algemene Vergadering :

a) eventuele amendementen of statutenwijzigingen die met meerderheid van stemmen van het twee derde van de leden moeten goedgekeurd zijn ;

b) de ontbinding van de Vennootschap die slechts met de stemming van de meerderheid van driekwart van de leden kan besloten zijn ;

In beide gevallen, kan de stemming eveneens per volmacht, aan de zorgen van de nationale Centra uitgesproken worden.

B) De Uitvoerende raad

KUNST. 15 – de Uitvoerende raad waarborgt de verbinding tussen de nationale of plaatselijke Centra en het internationale Bureau van de Vennootschap dat hij zowel inzake voorbereiding van de programma’s ondersteunt als in de uitvoering van de beslissingen van de algemene Vergadering. Hij ziet toe op de rekrutering en op de ontvangst van de leden, bezorgd om te verzenden, landen die in zijn midden, nieuwe intellectuele energiebronnen naar de Vennootschap en zijn doelstellingen worden vertegenwoordigd.

KUNST. 16 – de Uitvoerende raad neemt met meerderheid van stemmen zijn beslissingen van het twee derde de aanwezige leden.

C) het Bureau

KUNST. 17 – de Voorzitter, de eerste VicePrésident, VicePrésidents, de internationale Secretaris-generaal, vormen de Directeur om „te begrijpen“ het Bureau van de Vennootschap.

KUNST. 18 – de eerste VicePrésident, VicePrésidents, de internationale Secretaris-generaal, de Directeur om „te begrijpen“ helpen de Voorzitter om het programma van de Maatschappij verwezenlijken en, ter aanvulling van zijn statutaire taken, de beslissingen van de algemene Vergadering uitvoeren.

KUNST. 19 – het Bureau onderzoekt periodiek het verloop van de Maatschappij en bepaalt, op het voorstel van de Overeenstemmingsvoorzitter met de internationale Secretaris-generaal, de agenda van de vergaderingen. Er zal elke vraag schriftelijk voorgesteld door een vijfde minstens van de leden van de Vennootschap ingeschreven worden.

KUNST. 20 – de Voorzitter heeft de wettelijke vertegenwoordiging van de Vennootschap, die hij, eventueel, aan de internationale Secretaris-generaal kan afvaardigen. Hij zit de vergaderingen van de verschillende organen voor en dient in de algemene Vergadering het verslag over de stand van de Maatschappij (zie kunst 10) in.

KUNST. 21 – in geval van vakantie van het voorzitterschap, wordt de nieuwe Voorzitter door het volgende algemene Parlement gekozen.

KUNST. 22 – de eerste VicePrésident vervangt de Voorzitter in geval van afwezigheid of verhindering. Hij waarborgt een eventueel interim.

KUNST. 23 – de internationale Secretaris-generaal zit aan de werking van de zetel (zie kunst 4), referentiecentrum van alle verslagen deelgenoten voor ; hij bereidt de statutaire vergaderingen voor, in eerste instantie het gewone algemene Parlement over „de aanwezige voorwaarden voor de cultuur“ (zie artikelen 2 en 19) ; hij leidt de speciale initiatieven ; hij is de Hoofdredacteur van het tijdschrift „Begrijpen“ en de andere publicaties van de Maatschappij.

KUNST. 24 – de Directeur van het tijdschrift „Begrijpen“ is eveneens verantwoordelijk voor de andere publicaties van de Maatschappij. Hij heeft de faculteit om zich een Raadgevend Comité toe te voegen waarvan, in overleg met de Voorzitter en de internationale Secretaris-generaal, hij de leden binnen de Maatschappij kiest.

D) de Raad van commissarissen

KUNST. 25 – de Maatschappij wordt door een Raad van commissarissen bestuurd (zie kunst 12 ter). Hij komt regelmatig bijeen om de voorbegroting voor te bereiden en de balans op te maken om aan de vergadering leden voor te leggen die in Italië, volgens artikel 9 wonen.

E) Registeraccountants

KUNST. 26 – de controle van het bestuur wordt door de Registeraccountants (zie kunst 12 quater) verzekerd, die de regelmatigheid van het financiële beleid van de Maatschappij controleren en een verslag opstellen dat de voorbegroting en de balans vergezelt.

F) plaatselijke en nationale Centra, Verenigingen van Vrienden van S.E.C.

KUNST. 27 – de Uitvoerende raad kan tot de oprichting van plaatselijke of nationale Centra van de Maatschappij besluiten. Het kantoor van elk Centrum zal in overleg met de internationale Secretaris-generaal gevormd worden en zal voor taak om de Maatschappij in zijn inspanning op het gebied van promotie en organisatie te helpen, in een beroep doend op de medewerking van de leden hebben die zich in zijn bevoegheid bevinden.

KUNST. 28 – in verband met de Centra en onder hun impuls, zullen Verenigingen van Vrienden van de Europese Samenleving van Cultuur zich kunnen vormen. Zij zullen ten doel hebben hem een morele steun en materiële middelen te verschaffen. Zij zullen hun activiteit in dezelfde geografische grenzen uitoefenen dan de overeenkomstige Centra. Zij zullen formeel door de Maatschappij na goedkeuring van hun statuten door de Uitvoerende raad erkend worden.


V. ERFDEEL EN HULPBRONNEN

KUNST. 29 – het erfdeel van de Maatschappij wordt gevormd door :

a) het kapitaal van twee honderd miljoen Italiaanse lire (103.291 euro) ;

b) het roerende goed is onroerend dat is en/of eigendom van de Maatschappij zal worden ; zijn verklaarde archieven „van opmerkelijk historisch belang“, volgens de kunst 36 van het besluit van de President van de Italiaanse Republiek, van 30.9.1963, No 1409 ; zijn bibliotheek ;

c) de bijdragen, schenkingen, erfenissen, subsidies van natuurlijke personen of instellingen, specifiek om het vermogen van de Maatschappij te verhogen ;

d) eventuele overschotten van de balans om het vermogen te vergroten.

KUNST. 30 – de hulpbronnen van de Maatschappij worden gevormd door :

a) de bijdragen van de leden, waarvan het bedrag door de algemene Vergadering, op het voorstel van de Voorzitter of de internationale Secretaris-generaal wordt bepaald ;

b) de subsidies die ter gelegenheid van manifestaties van de Vennootschap zijn verkregen ;

c) overheidsfinancieringen ;

d) om het even welke andere inkomst die bijdraagt om de middelen beschikbaar voor de werkzaamheden van de Maatschappij te vergroten.


VI. SLOTBEPALINGEN

KUNST. 31 – in geval van ontbinding van de Maatschappij, volgens het artikel 14b, de liquidatie en de devolutie van het vermogen door het Bureau zullen gewaarborgd worden.

KUNST. 32 – voor eventuele beschikkingen niet vervat in deze statuten, zal men verwijzen naar de Italiaanse wetten geldend.

Reacties zijn gesloten.